Transcriptie van de beschrijving van de boedel van de op  28 mei 1738 overleden Marijtje Kral

 

Blad 1
Inventaris van den
boedel ende goederen metter
doodt ontruijmt ende
naargelaaten bij wijlen
Marijtie Cral, meerder-
-jarige ongehuwde persone
van een van hun derselver
wettige descendenten bij
representatie ende dat in
alle de goederen, soo roerende
na wegmaakinge van eenige
legaaten en prælegaaten
tot haar eenige algeheele
en universeele erfgenaa-
-men geïnstitueert haar
testatrices broeders en
suster met naamen Jan
Cral, Dirk Cral, Geertje
Cral ende Jacobus Cral,
ijder van hun hooft voor
hooft in een geregt vierde
part en bij voor overlijden

Blad 2

als onroerende, geene van dien
 uijtgezondert, die zij testatrice metter dood soude koomen te
ontruijmen ende naartelaaten
met vollen regten van in-
-stitutie.
Ende wijders tot absoluijte
voogden getseld ende gecom-
-mitteert de voornoemde Jan en
Dirck Cral, haar broeders,
alles conform en ingevolge
des overleedens testamente,
gepasseert voor mij notaris en
getuijgen binnen deese stad
in dato den 23sten October des
voorleeden jaers 1737 ende bij
de meergenoemde Marijte Cral
metter dood alzoo geconfirmeert
zijnde deesen inventaris in
geschrifte gesteld ten versoeken
van de meerderjarige als
voogden over de minderjarige
meedeerfgenaemen van de
meergenoemde Marijtie Cral int
hooft deeses genoemt. Ende
dat op het aan ende te kennen
geeven van de voornoemde Jan Kral

Blad 3

bij mij, Albertus Kleijnen-
-bergh, notaris publique, bij
den Edele Hove van Hollandt
geadmitteert, binnen de stad
Leijden resideerende ende ge-
-steld in guldens te xl, grooten
’t stuck, stuijvers en pennin-
-gen naar advenant van dien als volgt

Contante penningen
aan guldens en drie guldens ... f 134: //: //
4 silvere ducatons ………….        ….. 12:12: //
3 rijxdaelders ……………………..……….7:10: //
een scheepjes schelling ……….…… - : 6: //
pajement …………………………     .…… - : 16: //
een ducaat …………………..……... …… 5 : 5: //
nog aen diverse specie …..…..…… 42: 2: //
                                                         -------------------
                                                            f 202: 11: //

Ongemunt goud en zilver
een goude ketting 3 dick met 1 dito dop daeraan
een dito cantel ringetie

Blad 4

 een goud ringetie, zijnde een trouw-
-handje
een dito hoepringetie
een paer goude oorringen
2 fijne paarlen
een goud dopje en oogje aen een swart
kettingje
1 bloeds coraale ketting 2 dick
2 silvere schoengespen
1 dito sintuergesp
een dito punthaak
2 ende silver ketting en 1 dito halve schaer
1 beugeltas en haak
1 boekje met 2 silvere slootjes
1 silver oogje en capittelstokje

Volgt eenig weijnig huijsraed
en kleederen van den overleedene
Een cabinetje

Blad 5

Een geverwde tafel
een couleurde stofjes mantel
1 rasdemarokke dito
5 catoene jakjes
1 blauw cits dito
1 Frans linde dito
1 swart stamijne dito
2 soo wit, als geel cits dito
een gingang dito
1 rasdemarokke swarte vrouwe rok
3 geblomde catoene dito
1 swarte zije dito
1 kleurde zije damaste dito
1 wolle damaste dito, en 1 gedrukte dito
3 gestriepte dito, smirnaes goet
1 swarte stamijne dito
1 sergie de boise dito
1 witte werkjes en 1 witte baje dito
1 stukje diemit en 1 stukje smirnaes
4 kleine lapjes cits

Blad 6

Een kuijf met slippen
2 kroplappen met kant
een strookje met kant
8 boommutsjes met kant
een dito zonder kant
1 lapje linden van omtrent 3/4e el
8 kroplappen met kant
1 neeteldoekse neusdoek
een dito met kant
16 vrouwe hemden
3 witte borstrocken
1 witte diemitte broek
een catoene nagtkap

Blad 7

elf lindenschorten
2 neeteldoekse dito
5 linde neusdoeken
2 neeteldoekse dito
5 2 fijteltjes
3 paer vrouwe mouwen

6 paer dito boortmouwen
11 neeteldoekse neusdoeken
12 linden sakneusdoeken
6 catoene schorten
een bonte dito
7 trekmutsen
1 swart catoen schort

Blad 8

2 catoene jakjes
een saeij reegenkleed
1 swart saeij schort
1 swarte zije dito
3 swarte borsten
2 paer vrouwe mouwen
1 boommutsje zonder kant
4 zije of citse boomen
6 strooken met kant en
2 boomen
2 rouwstrookjes
3 haermutsjes

een bondeltje met catoene sitse en
zije lapjes

Blad 9

2 rijglijven
3 paer linde handschoenen
1 paer beever dito
1 paer swarte zije dito
1 paer sajette en 1 paer witte dito
2 wajers, een lint
een swarte kap
1 blauw boeselaar
2 sintueren
2 kinderhembjes
2 klapmutsjes
1 slepje, 1 dito kuifmutsje
een vrouwe mof
een mandje

Blad 10

2 pleister beeldjes
een paer schoenen
een paer muijlen
In de wast
vier vrouwe rocken
twee hemden
3 schorten
2 jacken
1 vrouwe rock
1 dito borstrock
4 dito neusdoeken
twee feijtels
een neerstik

Blad 11

4 mutsen
3 ondermutsen
1 paer boordmouwen
1 bont schort
een beddesack
een peuluw sack
3 slaaplakens
1 sloop
4 handdoeken

Schulden en lasten des boedels
Jacobus Cral komt volgens
legaat bij testament gemelt
een somma van . . . . . . . . . . . . . . . . f 100://-
 item t kind van Jan Kral . . . . . . . . . f 50://://
De doodschulden en begraa-
-venis costen kunnen alsnog
niet specifice werden opge-
-geeven hiervoor . . . . . . . . . . . . . . .Memorie

Blad 12

Op huijden den 29en Meij
17C agt en dertigh compareerde 

voor mij Albertus Kleijnenbergh, notaris
Publique, bij den Edele Hove van Hollandt
geadmitteert, binnen de stadt Leijden
 resideerende ende voor de naergenoemde
getuijgen.
Jan Kral, woonende binnen deese
stad, mij notaris bekent.
Dewelke verklaarde in ‘t opgeeven
van den voorenstaanden inventaris
gehandelt en gewandelt te hebben
opregtelijk ende ter goeder trouwen,
sonder willens ofte weetens deesen
aangaande ietwes versweegen ofte agter
gehouden te hebben. Beloovende hij comparant
in gevalle hem nog eenige goederen tot
deesen boedel gehoorende te voorschijn mogte
koomen deesen inventaris daer meede ten
allen tijden getrouwelijk te sullen doen
amplieeren ende verhoogen, presenteerende hij
comparant desnoods ende daer toe versogt
zijnde ’t selve met eede te bevestigen, alles
onder verband en bedwangh als naar regten.
Aldus gedaan, verleeden ende gepasseert

Blad 13

binnen de stad Leijden ter presentie van
Jan Kleijnenbergh en Pieter Clignet Arnoutszoon
als getuijgen ton deesen versogt.
Jan Kral
Jan Kleijnenbergh
Pieter Clignet Arnoutszoon
Twelck ick affirmeere
Albertus Kleijnenbergh
Notaris Publique