Hermanus Kral (1733) en Maria Stolk (1736)

Hermanus Kral werd op 9 maart 1732 in de Marekerk in Leiden gedoopt. Hij is de oudste zoon van Jan Kral (1704) en Lydia Swaan (1707). Getuigen bij de doop waren zijn grootmoeder Anna van der Laan en zijn oom Jacob Kral. Hij had een oudere zus en een jonger broertje, dat echter overleed echter toen hij één maand oud was. In 1737 overleed Lydia Swaan, de moeder van Hermanus.  Zijn vader Jan hertrouwde in 1739 met Maria van Assendelft (geb. ??). Uit dit huwelijk zijn twee kinderen bekend, die echter al op jonge leeftijd overleden. In 1748 overleed ook Maria van Assendelft. Toen Hermanus 17 jaar oud was, trouwde zijn vader opnieuw, nu met Marijtje Spierenburg (1724). In 1750 werd zijn halfzus Trijntje geboren.  

 

Maria Stolk (1736), werd op 22 juli 1736 in Oegstgeest gedoopt. Ze is de oudste dochter van Aldert Stolk (1694) en Ida Beekmans (geb. ??). Ze had één broer: Corstiaan (1738), twee zusjes: Aaltje (1738) en Jannetje (1740). Daarnaast had ze een halfzusje uit het huwelijk van haar moeder met Pieter Swaan (1696): Jaapje (1751). 

 

Verblijf van Hermanus  Kral (1732)  in Batavia (1750-1757)

Toen Hermanus 18 jaar oud was, monsterde hij aan bij de VOC. Vanuit Goeree vertrok hij op 19 november 1750 met het schip de Noord Nieuwland richting Batavia. Na twee maanden, 29 januari 1751 kwam het schip aan op Kaap de Goede Hoop, van waaruit het  anderhalve maand later, op 15 februari 1751, verder voer. Op 26 mei 1751 arriveerde het schip in Batavia.
Hermanus heeft vijf jaar in of rond Batavia gewerkt als huistimmerman. Op 30 oktober 1756 scheepte hij voor de terugreis te Batavia in op het schip de Erfprins. Na een tussenstop van een maand op Kaap de Goede Hoop, van 17 januari 1757 tot 27 februari 1757, voer het schip verder richting Goeree, waar hij op 29 juni 1757 aankwam.
Na aftrek van alle onkosten ontving Hermanus bij terugkomst van de VOC een netto bedrag van 119 gulden en 18 stuivers. Een document uit de VOC archieven geeft aan dat dit bedrag op 13 juli 1757 'aan hem zelfs' werd betaald.

Gedurende zijn verblijf in het buitenland werden de belangen van Hermanus eerst behartigd door zijn vader. Na diens overlijden in 1752 nam zijn oom Dirk Kral (1706) deze taak op zich.  Door een overeenkomst in het Wees- en armenboek uit 1754 in Leiden blijkt dat deze taak, nadat er problemen waren  gerezen omdat  zijn stiefmoeder Marijtje Spierenburg (1724)  verzuimde geld en goederen uit de erfenissen van zijn tante Marijtje Kral en zijn vader Jan Kral af te dragen, werd overgenomen door de weeskamer van de stad Leiden. Niet duidelijk is waarom Marijtje niet overging tot het betalen van het geld.


Verhuizing van Hermanus Kral (1732) naar Rijnsburg

Het is niet verwonderlijk dat Hermanus zijn blik na zijn terugkeer uit de Oost al snel op Rijnsburg richtte. Toen hij terugkeerde was zijn vader overleden en waarschijnlijk kende hij zijn stiefmoeder Marijtje Spierenburg (1724) en halfzusje Trijntje (1750) nauwelijks. Bij zijn vertrek uit Leiden was zijn vader immers nog geen jaar hertrouwd en was zijn zusje een half jaar oud. In Rijnsburg, de plaats waar zijn moeder vandaan kwam, woonden zijn oma, diverse ooms en tantes en neven en nichten. 

Op 28 september 1759, ging Hermanus in Rijnsburg in ondertrouw met de Oegstgeestse Maria Stolk. Uit de akte van cautie blijkt dat hij zich op 8 oktober van datzelfde jaar vanuit de Nederduits Gereformeerde Kerk in Leiden laat overschrijven naar de kerk in Rijnsburg.

 

Pagina uit het huwelijksregister van de Nederduits Gereformeerde Kerk in Rijnsburg: Hermanus Kral(1732) en Maria Stolk (1736) gaan op 28-09-1759 in ondertrouw.

Kinderen Hermanus Kral(1732) en Maria Stolk (1736)

Hermanus en Maria kregen drie kinderen. De oudste, Lydia (1760) werd in Oegstgeest gedoopt. Over haar is weinig informatie gevonden. Niet duidelijk is of ze gehuwd is geweest, kinderen had en waar en wanneer ze is overleden. Op 25 oktober 1788 is ze getuige bij de doop van haar neefje Hermanus Kral, daarna ontbreekt van haar elk spoor. De andere twee kinderen, Aldert (1762) en Jan (1765) werden in Rijnsburg gedoopt. Jan overleed toen hij 9 maanden oud was en werd in Oegstgeest begraven. In het begraafregister wordt weliswaar alleen aangegeven dat er op 10 december 1765 een kind van Hermanus Kral wordt begraven, maar omdat (1) Hermanus en Maria altijd in Rijnsburg en Oegstgeest zijn blijven wonen en (2) er geen andere kinderen van hen gedoopt en begraven zijn, (3) Lydia op 25-10-1788 nog getuige is  bij een doop en (4) er geen verdere informatie van Jan (1765) is gevonden, mag worden aangenomen dat het de begrafenis van zoon Jan (1765) betreft.
Na het overlijden van Hermanus (1732) hertrouwde Maria (1737) op 2 januari 1785 in Oegstgeest met Meyndert Glasbergen (??). Er zijn geen doopgegevens gevonden over kinderen uit dit huwelijk, waarschijnlijk bleef dit huwelijk kinderloos. 

 In de akte van scheiding van de nalatenschap van Maria Gravekamp staat dat Hermanus in 1758 al in Rijnsburg woonachtig is. Toch laat hij zich pas in 1759, enkele weken voor zijn huwelijk, overschrijven vanuit de kerk van de Nederduits Gereformeerde Gemeente in Leiden naar de kerk in Rijnsburg. De doop-, trouw- en begraafakten zijn afwisselend afkomstig uit Oegstgeest en Rijnsburg. Vermoedelijk woonde het echtpaar in Rijnsburg, maar werd er voor dopen en begraven ook regelmatig gebruik gemaakt van de kerk van Oegstgeest. 

 

Andere schrijfwijze naam:

Harmanus, Harmaanis, Harmannus, Hermanis Kral, Craal 

Marijtje Albertse, Aldertse, Aldersz

 

Hermanus en Maria werden in Oegstgeest begraven, Hermanus 21 april 1781 en Maria op 26 april 1787.  

Bronnen

Doopakte Hermanus Kral (1732)
Archief Erfgoed Leiden, Dopen Nieuwe- of Marekerk 1714 - 1737., archiefnummer 1004, Dopen NH Marekerk, inventarisnummer 262, Gemeente: Leiden, Periode: 1714-1737

Doopakte Maria Stolk (1736)
Nationaal Archief, Den Haag, DTB kopie Zuid-Holland; Oegstgeest, nummer toegang 3.04.16.104, inventarisnummer 2.II

VOC gegevens Harmanus Craal (1732)
Nationaal Archief, Den Haag, Verenigde Oostindische Compagnie (VOC), nummer toegang 1.04.02, inventarisnummer 14214

Akte van cautie (Overschrijving) 1759 van Hermanus Kral (1732) vanuit de kerk van Leiden naar de kerk van Rijnsburg
Archief Erfgoed Leiden, Akten van cautie, inventarisnummer 594, Gemeente: Leiden, Periode: 1732-1779

Trouwakte Hermanus (1732) en Maria (1736)
Archief Erfgoed Leiden, Trouwboek NH Trouwboek van de Nederduits-gereformeerde gemeente, 1627 - 1654, 1691 - 1807., archiefnummer 700, Trouwen NH, inventarisnummer 1217, blad 137, Gemeente: Rijnsburg, Periode: 1627-1807

Begraafakte Hermanus Kral (1732)
Nationaal Archief, Den Haag, DTB kopie Zuid-Holland; Oegstgeest, nummer toegang 3.04.16.104, inventarisnummer 9

Trouwakte Maria Stolk (1736) en Meyndert Glasbergen
Nationaal Archief, Den Haag, DTB kopie Zuid-Holland; Oegstgeest, nummer toegang 3.04.16.104, inventarisnummer 8

Begraafakte Maria Stolk (1736)
Nationaal Archief, Den Haag, DTB kopie Zuid-Holland; Oegstgeest, nummer toegang 3.04.16.104, inventarisnummer 9

Doopakte Lydia Kral (1760)
Archief Erfgoed Leiden, Doopboeken NH 1713- 1787., archiefnummer 700, Dopen NH, inventarisnummer 1214, blad 31, Gemeente: Rijnsburg, Periode: 1713-1787

Doopakte Jan Kral (1765)
Nationaal Archief, Den Haag, DTB kopie Zuid-Holland; Oegstgeest, nummer toegang 3.04.16.104, inventarisnummer 5.I

Begraafakte Jan Kral (1765)
Nationaal Archief, Den Haag, DTB Gaarders kopie Zuid-Holland; Oegstgeest, nummer toegang 3.04.17.076, inventarisnummer 11A.I